ALGEMEEN
• Leerlingen hebben contact met peers (gelijkgestemden).
• Er wordt tegemoet gekomen aan de leerhonger van de leerlingen.
• Leerlingen krijgen de kans om hun interessegebieden te vergroten.
• Leerlingen ontwikkelen hun analytische, creatieve en praktische vaardigheden.
• Leerlingen ontwikkelen executieve functies en sociaal-emotionele vaardigheden (bijvoorbeeld: doorzetten, samenwerken, een plan maken, reflecteren).
PROJECTINHOUDELIJK BIJ TUINVOGELS
• Leerlingen maken door middel van kennisvergroters kennis met de volgende onderwerpen: tuinvogels (huismus, koolmees, houtduif, merel), nesten en eieren, wilde eend.
• Leerlingen werken aan hun creatieve en praktische vaardigheden door de volgende doe-opdrachten: vogels zoeken m.b.v. vogelzoekkaart, vogelgeluiden herkennen, vogel tekenen, drijvende eend maken.
• Kerndoel 40: Leerlingen leren in de eigen omgeving veel voorkomende planten en dieren onderscheiden en benoemen en leren hoe ze functioneren in hun leefomgeving (tuinvogels).